De prijs van vrijheid, vriendschap en eeuwige roem

In de afgelopen 3 artikelen over internet regulering en de WCIT12 conferentie in Dubai ben ik op zoek gegaan naar de voors en tegens van regulering van het internet. Zo op het eerste gezicht lijken er weinig redenen om blij te zijn met internet regulering. Natuurlijk willen wij niet dat landen als Rusland, Iran of China de controle krijgen over het wereld wijde web, of dat wij als aanbieder van content moeten betalen voor een gegarandeerde aflevering van de informatie (de internet tolweg).

Het open web als bron van innovatie

Het internet moet vooral ‘open’ en ongereguleerd blijven. Dat is tenminste het standpunt van vele internet activisten en hacktivisten zoals Bits of Freedom, Anonymous, WikiLeaks, de Piraten Partij enzovoorts, maar er zijn ook voldoende politici die deze mening zijn toegedaan en vooralsnog allerlei regulerende maatregelen tegenhouden. De kern is dat het internet juist groot geworden is door alle vrijheid en een plek biedt om vrij ideeën uit te wisselen en zo tot innovatie te komen.

Terug naar het Feodale regime

Bruce SchneierMaar hoe vrij is eigenlijk vrij? Toevallig verschenen er deze week op Wired en op GigaOm twee artikelen met vrijwel dezelfde insteek. In het artikel op Wired stelt de auteur, Bruce Schneier, dat we terug zijn in de middeleeuwen wat betreft security;

“Some of us have pledged our allegiance to Google: We have Gmail accounts, we use Google Calendar and Google Docs, and we have Android phones. Others have pledged allegiance to Apple: We have Macintosh laptops, iPhones, and iPads; and we let iCloud automatically synchronize and back up everything. Still others of us let Microsoft do it all. Or we buy our music and e-books from Amazon, which keeps records of what we own and allows downloading to a Kindle, computer, or phone. Some of us have pretty much abandoned e-mail altogether … for Facebook.”

GigaOmDoor ons aan een merk te verbinden zitten we vast in een middeleeuws fort met hoge muren er om heen en worden we afhankelijk van onze content leverancier. In het artikel op GigaOm ziet de auteur Mathew Ingram dezelfde muren op het internet;

“Closed and proprietary networks and platforms like Facebook and Apple and Amazon are appealing in many ways because they are so easy to use, but in depending on them for so much of our online lives, we give up many of the benefits of the open web.”

Ingram maakt er een punt van dat we moeten vechten voor het open web en we de controle moeten terugpakken over onze online identity en onze content.

De Digital Natives bestaan niet.

Vorige week was ik op een marketing evenement van het DDMA waar het onderwerp privacy ook op de agenda stond. Daar heerste ook de algemene gedachte dat de gebruiker de controle terug gaat pakken over zijn digitale identiteit. We moeten de controle terug pakken, maar als gebruiker zijn we nog lang niet ‘in control’. We slaan ons vaak op de borst en noemen ons de Digital Natives, de generatie die met het internet op groeit, maar als we kijken naar ons begrip van het net moet ik constateren dat de Digital Natives niet bestaan. We zijn slechts Digital Cavemen, holbewoners die de wereld om zich heen nog niet begrijpen. Jazeker, er zijn mensen die opgroeien met het internet en verder kijken dan hun neus lang is, maar de meeste mensen hebben geen flauw idee wat er met hun gegevens online gebeurd, waar ze hun persoonlijke informatie achterlaten.

Cavemen - Image BBC

De customer is zeker nog niet in control, maar is vaak nog een blinde die de digitale snelweg probeert over te steken. We maken vrienden op Hyves, Facebook, zijn ‘socially active’ in allerlei netwerken en benutten alle mogelijkheden om via het internet de meest voordelige dingen te kopen. We delen ons leven met onze vrienden in deze sociale netwerken en delen onze mening op blogs. We presenteren ons op een internationaal podium als nooit tevoren. We worden bekend. Maar deze bekendheid komt met een prijs…

Digital Profiling en Identiteitsfraude.

De grote sociale netwerken weten meer over jou dan je eigen moeder. Zij kunnen alle gegevens aan elkaar koppelen, en ze onthouden de gegevens. Juist die gegevens bepalen voor een groot deel de waarde van deze bedrijven;

“De sociale netwerksite Facebook trekt deze week naar de beurs en hoopt er miljarden op te halen, al zit de échte waarde van het bedrijf hem natuurlijk in de persoonlijke informatie die het over meer dan 842.000.000 gebruikers wereldwijd bezit. Door deze informatie te verkopen, verdient het Amerikaanse bedrijf immers aardig wat geld.” (Dutch Cowboys, Mei 2012)

Identity-Theft1Deze informatie is niet alleen interessant voor allerlei marketing doeleinden maar ook voor criminele doeleinden. De marketing bedrijven kunnen voldoende gegevens aan elkaar knopen om jou de beste deals voor te schotelen, maar de cybercrimineel kan deze gegevens ook aan elkaar koppelen en een eigen profiel van je maken. Als jij bijvoorbeeld de geboortedatum van je kinderen als wachtwoord gebruikt, of de naam van jullie favoriete vakantieplekje aan de de Middellandse Zee kan de cybercrimineel vaak op basis van deze manier van profiling die wachtwoorden raden.

“With a 13% increase in identity fraud between 2010 and 2011, a study conducted by Javelin Strategy & Research showed that consumers may be putting themselves at a higher risk for identity theft as a result of their increasingly intimate social media behaviors. Sixty-eight percent of people with public social media profiles on platforms such as Facebook or Twitter shared their birthday information with 45% of them getting into specifics about the exact month, day, and year. Sixty-three percent shared where exactly they attended high school. Eighteen percent shared their phone number and 12% shared their pet’s name. Not only are all of these details typically asked when verifying an identity, but people also frequently use them in passwords. The statistics are clear — people are giving away far too much personal information on social networking sites, allowing for fraudsters to easily steal their identities.” (Identity Theft 911 Blog, Mei 2012)

De prijs van vrijheid, vriendschap en eeuwige roem.

Door het delen van onze persoonlijke informatie onderhouden we vriendschappen en bouwen we een online reputatie in netwerken. Die reputatie kan ons helpen om een nieuwe baan te vinden en ons daadwerkelijk iets op leveren. Maar realiseer je dat die impact klein is. Met je blog bereik je misschien 20, 50 of 100 mensen, maar de hele wereld kan je gegevens aan elkaar koppelen.

UPDATE: Net voordat dit blog ter perse gaat komt via CNet het bericht binnen dat de populaire fotosite Instagram besloten heeft dat zij jouw foto’s mogen verkopen;

“In its first big policy shift since Facebook bought the photo-sharing site, Instagram claims the right to sell users’ photos without payment or notification. Oh, and there’s no way to opt out.”

Dat betekent dus ook dat die schattige foto van jouw kinderen zomaar in een reclame aan de andere kant van de wereld gebruikt kan worden, zonder dat jij het weet. Zo zie je maar. Als gebruiker hebben we geen controle over onze eigen content.

Schurkenstaten doen een Songfestivalletje op WCIT12 congres

Eerder deze week eindigde ik mijn tweede artikel over de vraag of het internet regulering nodig heeft of niet met het uitspreken van de verwachting dat er geen consensus zou komen op het #WCIT12 congres in Dubai waar de leden van de ITU vergaderden over onder meer een omstreden voorstel van onder andere Rusland, China, Saudi Arabië en Iran.

EU_Neelie_KroesEen dag later kon ik gerust gaan slapen omdat de eerste berichten naar buiten kwamen dat dit voorstel het niet gehaald zou hebben. Journaliste Violet Blue kwam als eerste met een exclusief interview op het toonaangevende CNet met een voormalige ITU beleidsmaker onder de kop “ITU Failed“, maar ook onze eigen Neelie Kroes geeft een update op de ontwikkelingen in Dubai en stelt dat Europa het gezamenlijke standpunt heeft dat Internet Governance niet onder de ITR’s horen te vallen.

Als ik de volgende ochtend wakker wordt ziet de wereld er opeens weer heel anders uit. Als onder andere Nu.nl bericht dat het voorstel toch ‘officieus’ aangenomen is gaan de alarmbellen wereldwijd rinkelen;

“Toch is een resolutie door de voorzitter Mohammed Nasser Al Ghanim aangenomen zonder officiële stemming. Hij peilde naar eigen zeggen de sfeer in de ruimte.”

Het lijkt er op dat er in de wandelgangen heel wat heen en weer gelobbyd is en de schurkenstaten een ‘songfestivalletje’ uit de hoge hoed getoverd hebben waarin ze massaal elkaars voorstellen steunden. In enkele reacties hoorde ik al de suggestie dat er vooraf aan deze stemming heel wat zakken geld heen en weer geschoven zouden zijn, maar daar is geen hard bewijs voor te vinden.

Al snel komt de westerse wereld in verzet tegen het voorstel en The Hill meldde woensdag dat de US het verdrag niet zullen ratificeren. ZDNet bericht vandaag dat ook Australie afstand neemt van het verdrag en op Nu.nl lezen we dat ook de Europese Unie geen staatscontrole op internet wil. De vraag is nu of dit genoeg is om voorlopig het voorstel tegen te houden. De ITU zelf geeft een overzicht van de landen die het verdrag al ondertekend hebben en op ipv.sx is dit nog even handig gevisualiseerd: Rood is tegen, zwart heeft al voor gestemd.

Verdeling stemmen over WCIT voorstel

In mijn vorige artikel schreef ik dat het niet van regulering gaat komen zolang er geen consensus is. Bovenstaande kaart geeft aan dat de wereld behoorlijk verdeeld is over het onderwerp. Ook D66 Europarlementariër Marietje Schaake constateert dat er een flinke tweedeling in de wereld is ontstaan.

“Er zijn nu duidelijk twee visies over de toekomst van het internet die haaks op elkaar staan: openheid versus meer overheidscontrole. Samenwerking binnen de EU, maar ook met onze internationale partners, is essentieel om het open en vrije internet te behouden.” (Nu)

Helaas is het nog niet zo heel duidelijk, aangezien de Verenigde Staten en Australië wel mordicus tegen dit voorstel zijn, maar op hele andere gronden zelf groot voorstanders van regulering en staatscontrole zijn.

Vandaag is het officieel de laatste dag van het congres en ik heb nog geen definitieve slotverklaring gezien. Vooralsnog ga ik er van uit dat ik gelijk krijg en het voorstel er vanwege de meningsverschillen niet doorheen komt. Maar stel dat…

Wat gaat er gebeuren als het voorstel het wel haalt? Wat is er nou zo erg aan? Ik zal er nu kort over zijn en als we de definitieve slotverklaring gelezen hebben zal ik er in een volgend artikel verder op in gaan.

De strijd om het internet zal nog wel even voortduren. Hoewel informatie vrijelijk verspreid wil worden, ongeacht geografische of anderssoortige grenzen, zullen de verschillende landen om economische en staatsveiligheidsredenen deze strijd niet snel op geven. Als er dan al regulerende maatregelen aangenomen worden die staatscontrole mogelijk maken zal dat niet zonder gevolgen zijn. De meeste mensen hebben er nu geen flauw benul van wat er in Dubai bekokstoofd wordt. Als er wel een regulerende maatregel doorgevoerd wordt zullen er mensen wakker worden en gaan protesteren. Het zal zijn weerslag krijgen in verkiezingen, kamervragen en wat dies meer zij met het resultaat dat er weer allerlei dempende maatregelen genomen worden en een deel van de getroffen maatregelen ongedaan gemaakt zullen worden. Dit zal een strijd blijven tot de mastodonten van het analoge tijdperk plaats maken voor de Digital Natives.