Schurkenstaten doen een Songfestivalletje op WCIT12 congres

Eerder deze week eindigde ik mijn tweede artikel over de vraag of het internet regulering nodig heeft of niet met het uitspreken van de verwachting dat er geen consensus zou komen op het #WCIT12 congres in Dubai waar de leden van de ITU vergaderden over onder meer een omstreden voorstel van onder andere Rusland, China, Saudi Arabië en Iran.

EU_Neelie_KroesEen dag later kon ik gerust gaan slapen omdat de eerste berichten naar buiten kwamen dat dit voorstel het niet gehaald zou hebben. Journaliste Violet Blue kwam als eerste met een exclusief interview op het toonaangevende CNet met een voormalige ITU beleidsmaker onder de kop “ITU Failed“, maar ook onze eigen Neelie Kroes geeft een update op de ontwikkelingen in Dubai en stelt dat Europa het gezamenlijke standpunt heeft dat Internet Governance niet onder de ITR’s horen te vallen.

Als ik de volgende ochtend wakker wordt ziet de wereld er opeens weer heel anders uit. Als onder andere Nu.nl bericht dat het voorstel toch ‘officieus’ aangenomen is gaan de alarmbellen wereldwijd rinkelen;

“Toch is een resolutie door de voorzitter Mohammed Nasser Al Ghanim aangenomen zonder officiële stemming. Hij peilde naar eigen zeggen de sfeer in de ruimte.”

Het lijkt er op dat er in de wandelgangen heel wat heen en weer gelobbyd is en de schurkenstaten een ‘songfestivalletje’ uit de hoge hoed getoverd hebben waarin ze massaal elkaars voorstellen steunden. In enkele reacties hoorde ik al de suggestie dat er vooraf aan deze stemming heel wat zakken geld heen en weer geschoven zouden zijn, maar daar is geen hard bewijs voor te vinden.

Al snel komt de westerse wereld in verzet tegen het voorstel en The Hill meldde woensdag dat de US het verdrag niet zullen ratificeren. ZDNet bericht vandaag dat ook Australie afstand neemt van het verdrag en op Nu.nl lezen we dat ook de Europese Unie geen staatscontrole op internet wil. De vraag is nu of dit genoeg is om voorlopig het voorstel tegen te houden. De ITU zelf geeft een overzicht van de landen die het verdrag al ondertekend hebben en op ipv.sx is dit nog even handig gevisualiseerd: Rood is tegen, zwart heeft al voor gestemd.

Verdeling stemmen over WCIT voorstel

In mijn vorige artikel schreef ik dat het niet van regulering gaat komen zolang er geen consensus is. Bovenstaande kaart geeft aan dat de wereld behoorlijk verdeeld is over het onderwerp. Ook D66 Europarlementariër Marietje Schaake constateert dat er een flinke tweedeling in de wereld is ontstaan.

“Er zijn nu duidelijk twee visies over de toekomst van het internet die haaks op elkaar staan: openheid versus meer overheidscontrole. Samenwerking binnen de EU, maar ook met onze internationale partners, is essentieel om het open en vrije internet te behouden.” (Nu)

Helaas is het nog niet zo heel duidelijk, aangezien de Verenigde Staten en Australië wel mordicus tegen dit voorstel zijn, maar op hele andere gronden zelf groot voorstanders van regulering en staatscontrole zijn.

Vandaag is het officieel de laatste dag van het congres en ik heb nog geen definitieve slotverklaring gezien. Vooralsnog ga ik er van uit dat ik gelijk krijg en het voorstel er vanwege de meningsverschillen niet doorheen komt. Maar stel dat…

Wat gaat er gebeuren als het voorstel het wel haalt? Wat is er nou zo erg aan? Ik zal er nu kort over zijn en als we de definitieve slotverklaring gelezen hebben zal ik er in een volgend artikel verder op in gaan.

De strijd om het internet zal nog wel even voortduren. Hoewel informatie vrijelijk verspreid wil worden, ongeacht geografische of anderssoortige grenzen, zullen de verschillende landen om economische en staatsveiligheidsredenen deze strijd niet snel op geven. Als er dan al regulerende maatregelen aangenomen worden die staatscontrole mogelijk maken zal dat niet zonder gevolgen zijn. De meeste mensen hebben er nu geen flauw benul van wat er in Dubai bekokstoofd wordt. Als er wel een regulerende maatregel doorgevoerd wordt zullen er mensen wakker worden en gaan protesteren. Het zal zijn weerslag krijgen in verkiezingen, kamervragen en wat dies meer zij met het resultaat dat er weer allerlei dempende maatregelen genomen worden en een deel van de getroffen maatregelen ongedaan gemaakt zullen worden. Dit zal een strijd blijven tot de mastodonten van het analoge tijdperk plaats maken voor de Digital Natives.

Internet Regulering Ja of Nee? (Deel 2)

Geen consensus: geen regulering. Dan maar censuur?

In het vorige artikel, het eerste artikel over “Internet Regulering Ja of Nee?” eindigde ik met de stelling dat, nu alles aan het internet gekoppeld wordt, de vraag om regulering het niveau van individuele zakelijke belangen ontstegen is en het een nationale aangelegenheid geworden. Het probleem is natuurlijk dat we niet te maken hebben met een nationaal internet, maar een international netwerk dat niet onder één vlag vaart. In deze situatie is regulering alleen haalbaar als er een universele consensus is over het onderwerp. Zoals bijvoorbeeld Kinderporno. De hele wereld is hier op tegen, dus regulering is haalbaar. Als het over online casino’s gaat is het een heel ander verhaal. Wetgeving over gokken verschilt van land tot land en zal er geen internationale regulering afgedwongen kunnen worden.

Overizcht Internetcensuur

Wanneer er geen internationale consensus is en er dus geen regulerende maatregelen getroffen worden rest er niets anders dan het toepassen van censuur als je als land toch die informatie buiten de deur wilt houden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de strengislamitische landen die afbeeldingen van vrouwen uit de zoekresultaten weren, Zuid Korea dat alle nieuws uit Noord Korea filtert of de bekende ‘Great Firewall of China’. In de westerse wereld zijn wij sterk tegen censuur omdat het een inbreuk is op ons recht van vrije meningsuiting. Toch is het maar een dunne scheidslijn. In Nederland vinden wij censuur van Kinderporno geen probleem omdat wij het er over eens zijn dat dit niet hoort. Waarom vinden wij het dan verwerpelijk als een Islamitisch land alle porno censureert omdat men daar vindt dat dit verwerpelijk is?

Compliancy ontoereikend

In allerlei compliancy eisen die tegenwoordig gesteld worden aan overheidsorganisaties en banken zien we daarom ook steeds meer eisen ten aanzien van waar de data opgeslagen wordt. In die compliancy eisen of lokaliteit proberen de overheden de betreffende data ook onder het Nationaal recht te krijgen. Met de antiterrorisme wetgeving (Patriot Act) gaat Amerika natuurlijk nog een stuk verder en proberen ze hun neus in alle data te steken, tot en met de inzage in het EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) aan toe. We zien dat deze compliancy eisen in veel gevallen nog te weinig resultaat bieden en zien we diverse landen steeds vaker een voorstel doen om het internet te nationaliseren.

WCIT-12

Van 3 tot 14 december 2012 wordt in Dubai het jaarlijkse congres van de ITU gehouden. De ITU bestaat al zo’n 150 jaar en is opgericht om toe te zien op de internationale Telecom standaarden. Het belangrijkste agendapunt van deze summit is de eerste herziening van de International Telecommunications Regulations (ITRs): regels voor de telecomsector, sinds 1988, maar vooraf was er al enige speculatie of landen dit congres zouden aangrijpen om de controle over het internet te grijpen.

“Een aantal partijen grijpen WCIT12 aan om ook het internet onder het gezag van ITU te krijgen. Of correcter, via ITU de macht naar zichzelf te halen. Rusland heeft te elfder ure een uiterst omstreden voorstel in geschoten die nationale overheden de macht geeft over internetverkeer. Daarnaast willen Europese telecombedrijven een internettolweg aanleggen waar de afzender (de content- of dienstenaanbieder) moet betalen voor gegarandeerde doorgifte van data.” aldus Webwereld.

wcit-2012 - ITU/Flickr

De voorzitter van de ITU, Hamadoun Touré, ontkent ten stelligste dat de ITU een internetcoupe plant: “iedere bewering dat de VN uit is op het in handen nemen van de touwtjes van het internet “compleet onwaar” is. In plaats daarvan wil de VN de fluwelen handschoen aantrekken om daar waar nodig “lichte maatregelen” te treffen”, aldus Computerworld

Het Russische voorstel is te vinden op de website van WCIT Leaks. Hoewel de Verenigde Staten een sterke voorstander van regulering zijn, schoot dit voorstel ze in het verkeerde keelgat en resulteerde dit in een zeer bijzondere unanieme afwijzing door het Huis van Afgevaardigden  van elk voorstel dat de ITU hierover zou doen.

De tegenstand van Amerika tegen deze nationalisatie heeft natuurlijk economische gronden, met internet giganten als Google en Facebook binnen de landsgrenzen. Hoewel ze het formeel iets anders (dwz politiek correct) formuleren

“Omdat dit ‘s werelds voornaamste contentproviders zijn, zou een dergelijke regeling betekenen dat de Verenigde Staten andere landen moeten gaan betalen om de content wereldwijd verspreid te krijgen”, aldus Computerworld

Tot zover is er niets nieuws onder de zon. Alle voorstellen met betrekking tot regulering lijken nog steeds ingegeven om nationale wetgeving af te dwingen op het internet of het beschermen van economische belangen. Hierin verschilt de discussie nog steeds niet van de aloude DRM discussie uit de eerste jaren van deze eeuw. Zolang er geen wereldwijde consensus is, is die regulering een utopie. Ik ga er dan ook niet vanuit dat er zich deze week een werkelijke internet-coup voltrekt. Er zijn echter andere ontwikkelingen die wel om regulering lijken te vragen, maar het vertrekpunt moet wezenlijk anders zijn. Daarover in een volgend artikel.

Internet Regulering Ja of Nee? (Deel 1)

De laatste twee jaar zien we keer op keer de discussie over het wel of niet reguleren van het internet opduiken. In Amerika hebben we de SOPA, PIPA en ACTA voorstellen gehad, maar ook in Nederland keer op keer de discussie over het wel of niet invoeren van een download verbod of andere regulerende maatregelen. Ieder voorstel kan rekenen op felle tegenstand van voorvechters van het ‘vrije’ internet. Niet alleen van Nederlandse kamerleden of Amerikaanse Senatoren, maar vooral van de voorvechters van het vrije net, Anonymous met in hun gevolg miljoenen na-praters.

Access Denied

Een regulerende maatregel die het wel gehaald heeft is de cookie-wet. Ik heb daarover niet zo’n ophef gezien vanuit hacktivistisch oogpunt. Bij de cookie-wet gaat het namelijk om de bescherming van onze privacy tegen data mining door allerlei advertenties. Bij de download wet gaat het bijvoorbeeld om de beperking van ons ‘universele recht’ op gratis films. Laten we eerlijk zijn: Zolang het in Nederland legaal is download ik ook wel eens een filmpje omdat er weer niets op de tv is. Toch krab ik mezelf wel eens achter de oren of het nou wel helemaal kies is wat ik doe. In andere landen is het streng verboden. Daar zou ik een strafbaar feit plegen.

Voor veel mensen zijn de reguleringsvoorstellen zoals die op tafel liggen – het download verbod en het anti piraterij verdrag – niets meer dan het verlengde van de DRM discussie, het zo gehate elektronisch copyright systeem waarmee de entertainment industrie haar miljarden wil veilig stellen. Maar zou er niet iets meer achter zitten?

Achtergrond

De roep om regulering van het internet is niet van de laatste paar jaar. Het is eigenlijk van alle tijden. Het eerste verzet tegen regulering kwam al in 1996 toen John Barlow de Declaration of the Independence of Cyberspace schreef:

“We have no elected government, nor are we likely to have one, so I address you with no greater authority than that with which liberty itself always speaks. I declare the global social space we are building to be naturally independent of the tyrannies you seek to impose on us. You have no moral right to rule us nor do you possess any methods of enforcement we have true reason to fear.”

Uit de tweede helft van de jaren 90 stammen ook de eerste studies naar de noodzaak van regulering, zoals het boek “Law in a Digital World” van Ethan Katsh (1995) en “Code and other Laws of Cyberspace van Lawrence Lessing (1999)

In die periode waren wij nog anonieme cowboys op het web die opereerden onder ‘handles’, schuilnamen. Eind jaren 90 was ik zelf actief binnen een van de grootste online communities uit die tijd met maar liefst 80.000 geregistreerde gebruikers. Het geloof in zelfregulering was groot binnen de communities, maar het opereren onder schuilnamen zonder je ware identiteit te delen bood voor sommigen een ongekende vrijheid om zich anders te gedragen dan in het echte leven, of zoals Ryan Holmes, CEO van HootSuite het eerder deze maand omschreef:

Think about all of those online comment forums, cesspools where the lowest common denominator hide behind handles, thriving on spewing out insults and engaging in meaningless disputes. Anonymity, unfortunately, can often be an excuse to bring out the worst in yourself and others. 

Eind jaren 90 was het eigenlijk wel gedaan met het naïeve principe van zelfregulering. Domweg omdat het web te groot werd. Te veel mensen kwamen online. In een dorp zien wij nog sociale controle, in de grote stad, laat staan op het wereldwijde web, is dat niet meer mogelijk. Zelfregulering is alleen mogelijk binnen een beperkte groep.

De meningen over regulering zijn sterk verdeeld. Het boek “Who Controls the Internet? Illusions of a Borderless World van Jack Goldsmith en Tim Wu (2006) neemt het op voor een territoriaal gebonden regulering. “In Search of Jeffersons Moose van  David G. Post (2009), behandeld het vraagstuk vanuit een bijzonder originele invalshoek en verweeft de actuele vragen rond internet regulering met de vragen waar Thomas Jefferson in zijn tijd mee worstelde bij de vorming van een ‘nieuwe staat’. Tot slot nog het boek “The Future of the Internet – And how to stop it” van  Jonathan Zittrain (2008) waarin hij twee uitersten beschrijft die beiden de toekomst van het internet bedreigen: volledige openheid met spam/spyware e.d. of zogenaamde ‘total lock down’.

Sociale Regulering

Waar de zelfregulering het af liet weten eind jaren 90 kwam het sociale web om de hoek kijken na Y2K waarin we langzaam uit de anonimiteit traden en onze ware ik gingen laten zien op het internet. Ook hier refereer ik naar het eerder genoemde artikel van Ryan Holmes:

Ryan Holmes, HootSuiteThe first place where I freely volunteered personal info to the public was LinkedIn, which launched in 2003. Here was a serious tool to connect you with colleagues and employers. Your name was your business card and nobody was going to call themselves Invoker on LinkedIn and expect to be taken seriously. So, for the first time, Ryan Holmes—the real person—took the plunge on the Internet. Looking back, those early LinkedIn days were a turning point.

The Internet was no longer an anonymous playground without consequences and social rules. This was big. And all of this was helped along, of course, by enormous improvements in security and encryption.

Credit Facebook with taking this concept a huge step farther. A few years back, Facebook boldly pioneered its real name policy and pseudonyms and the like were explicitly barred.

Social media has helped make online transparency mainstream, and all the benefits that go along with it, like increased accountability and civility.

Zou er dan toch iets in regulering zitten?

Virtuele Werelden

In 2007 waren we pioniers in de virtuele werelden. De zogenoemde metarati, de ‘thoughtleaders van de metaverse’ kwamen na de Virtual World Conference in San Jose bij elkaar en discussieerden over interoperabiliteit tussen de virtuele werelden; de uitwisselbaarheid van virtuele identiteiten en goederen.

Many Worlds, Massively

In die discussie werd de overdraagbaarheid van goederen en waarde als zeer belangrijk gezien, maar op de keper beschouwd was het echter niets anders dan een regulering met een DRM oogmerk. En dit terwijl de virtuele werelden bij uitstek een plek waren om in de anonimiteit te duiken, om verscholen achter ‘handles’ een tweede leven te leiden. Zou er dan toch iets meer achter zitten? 

Economische Belangen

Waar het internet in de jaren 90 nog veel leek op het wilde westen veranderde dat met de enorme groei die het doormaakte. Steeds meer bedrijven kwamen online. In eerste instantie ging het alleen nog om een digitaal visitekaartje en kwam e-commerce nog maar moeilijk van de grond.  In 1998 begon ik mijn eerste internetbedrijfje gericht op e-commerce, maar dat mislukte jammerlijk omdat de meeste mensen gewoonweg niet hun gegevens op internet wilden achterlaten. Men verschool zich nog achter de anonimiteit van ‘handles’.

De zakelijke markt groeide echter langzaam door en met die groei nam de vraag naar regulering toe omdat er zakelijke belangen op het spel kwamen te staan. Na de intrede van het sociale web groeide de markt van e-commerce explosief en in 2003 boekte het Amerikaanse Amazon.com voor het eerst winst.

Online Sales - by Forbes

Op de zakelijke markt is e-commerce nu een algemeen geaccepteerd verschijnsel. De meeste klanten denken er niet eens meer over na waar ze welke gegevens achter laten voor het doen van een bestelling. Maar ondertussen is het zakelijke belang steeds verder blijven groeien: Nieuwe technologie maakt het mogelijk om vanaf elke plek bij je gegevens te komen, met elk apparaat (BYOD). Steeds meer zakelijke netwerken zijn online toegankelijk en steeds meer industriële installaties zijn online bereikbaar. De energie netwerken, de waterleidingsnetwerken, de bediening van bruggen en sluizen, de seinpalen van de spoorwegen, alles wordt nu aan het internet gekoppeld waardoor het economische belang het niveau van individuele bedrijven ontstegen is en een veilig internet een nationale aangelegenheid is geworden.

WCIT-12

In dat licht reizen we af naar Dubai waar deze weken de WCIT-12 ontmoeting plaats vindt, maar daarover meer in een volgende artikel.