Internet Regulering Ja of Nee? (Deel 1)

De laatste twee jaar zien we keer op keer de discussie over het wel of niet reguleren van het internet opduiken. In Amerika hebben we de SOPA, PIPA en ACTA voorstellen gehad, maar ook in Nederland keer op keer de discussie over het wel of niet invoeren van een download verbod of andere regulerende maatregelen. Ieder voorstel kan rekenen op felle tegenstand van voorvechters van het ‘vrije’ internet. Niet alleen van Nederlandse kamerleden of Amerikaanse Senatoren, maar vooral van de voorvechters van het vrije net, Anonymous met in hun gevolg miljoenen na-praters.

Access Denied

Een regulerende maatregel die het wel gehaald heeft is de cookie-wet. Ik heb daarover niet zo’n ophef gezien vanuit hacktivistisch oogpunt. Bij de cookie-wet gaat het namelijk om de bescherming van onze privacy tegen data mining door allerlei advertenties. Bij de download wet gaat het bijvoorbeeld om de beperking van ons ‘universele recht’ op gratis films. Laten we eerlijk zijn: Zolang het in Nederland legaal is download ik ook wel eens een filmpje omdat er weer niets op de tv is. Toch krab ik mezelf wel eens achter de oren of het nou wel helemaal kies is wat ik doe. In andere landen is het streng verboden. Daar zou ik een strafbaar feit plegen.

Voor veel mensen zijn de reguleringsvoorstellen zoals die op tafel liggen – het download verbod en het anti piraterij verdrag – niets meer dan het verlengde van de DRM discussie, het zo gehate elektronisch copyright systeem waarmee de entertainment industrie haar miljarden wil veilig stellen. Maar zou er niet iets meer achter zitten?

Achtergrond

De roep om regulering van het internet is niet van de laatste paar jaar. Het is eigenlijk van alle tijden. Het eerste verzet tegen regulering kwam al in 1996 toen John Barlow de Declaration of the Independence of Cyberspace schreef:

“We have no elected government, nor are we likely to have one, so I address you with no greater authority than that with which liberty itself always speaks. I declare the global social space we are building to be naturally independent of the tyrannies you seek to impose on us. You have no moral right to rule us nor do you possess any methods of enforcement we have true reason to fear.”

Uit de tweede helft van de jaren 90 stammen ook de eerste studies naar de noodzaak van regulering, zoals het boek “Law in a Digital World” van Ethan Katsh (1995) en “Code and other Laws of Cyberspace van Lawrence Lessing (1999)

In die periode waren wij nog anonieme cowboys op het web die opereerden onder ‘handles’, schuilnamen. Eind jaren 90 was ik zelf actief binnen een van de grootste online communities uit die tijd met maar liefst 80.000 geregistreerde gebruikers. Het geloof in zelfregulering was groot binnen de communities, maar het opereren onder schuilnamen zonder je ware identiteit te delen bood voor sommigen een ongekende vrijheid om zich anders te gedragen dan in het echte leven, of zoals Ryan Holmes, CEO van HootSuite het eerder deze maand omschreef:

Think about all of those online comment forums, cesspools where the lowest common denominator hide behind handles, thriving on spewing out insults and engaging in meaningless disputes. Anonymity, unfortunately, can often be an excuse to bring out the worst in yourself and others. 

Eind jaren 90 was het eigenlijk wel gedaan met het naïeve principe van zelfregulering. Domweg omdat het web te groot werd. Te veel mensen kwamen online. In een dorp zien wij nog sociale controle, in de grote stad, laat staan op het wereldwijde web, is dat niet meer mogelijk. Zelfregulering is alleen mogelijk binnen een beperkte groep.

De meningen over regulering zijn sterk verdeeld. Het boek “Who Controls the Internet? Illusions of a Borderless World van Jack Goldsmith en Tim Wu (2006) neemt het op voor een territoriaal gebonden regulering. “In Search of Jeffersons Moose van  David G. Post (2009), behandeld het vraagstuk vanuit een bijzonder originele invalshoek en verweeft de actuele vragen rond internet regulering met de vragen waar Thomas Jefferson in zijn tijd mee worstelde bij de vorming van een ‘nieuwe staat’. Tot slot nog het boek “The Future of the Internet – And how to stop it” van  Jonathan Zittrain (2008) waarin hij twee uitersten beschrijft die beiden de toekomst van het internet bedreigen: volledige openheid met spam/spyware e.d. of zogenaamde ‘total lock down’.

Sociale Regulering

Waar de zelfregulering het af liet weten eind jaren 90 kwam het sociale web om de hoek kijken na Y2K waarin we langzaam uit de anonimiteit traden en onze ware ik gingen laten zien op het internet. Ook hier refereer ik naar het eerder genoemde artikel van Ryan Holmes:

Ryan Holmes, HootSuiteThe first place where I freely volunteered personal info to the public was LinkedIn, which launched in 2003. Here was a serious tool to connect you with colleagues and employers. Your name was your business card and nobody was going to call themselves Invoker on LinkedIn and expect to be taken seriously. So, for the first time, Ryan Holmes—the real person—took the plunge on the Internet. Looking back, those early LinkedIn days were a turning point.

The Internet was no longer an anonymous playground without consequences and social rules. This was big. And all of this was helped along, of course, by enormous improvements in security and encryption.

Credit Facebook with taking this concept a huge step farther. A few years back, Facebook boldly pioneered its real name policy and pseudonyms and the like were explicitly barred.

Social media has helped make online transparency mainstream, and all the benefits that go along with it, like increased accountability and civility.

Zou er dan toch iets in regulering zitten?

Virtuele Werelden

In 2007 waren we pioniers in de virtuele werelden. De zogenoemde metarati, de ‘thoughtleaders van de metaverse’ kwamen na de Virtual World Conference in San Jose bij elkaar en discussieerden over interoperabiliteit tussen de virtuele werelden; de uitwisselbaarheid van virtuele identiteiten en goederen.

Many Worlds, Massively

In die discussie werd de overdraagbaarheid van goederen en waarde als zeer belangrijk gezien, maar op de keper beschouwd was het echter niets anders dan een regulering met een DRM oogmerk. En dit terwijl de virtuele werelden bij uitstek een plek waren om in de anonimiteit te duiken, om verscholen achter ‘handles’ een tweede leven te leiden. Zou er dan toch iets meer achter zitten? 

Economische Belangen

Waar het internet in de jaren 90 nog veel leek op het wilde westen veranderde dat met de enorme groei die het doormaakte. Steeds meer bedrijven kwamen online. In eerste instantie ging het alleen nog om een digitaal visitekaartje en kwam e-commerce nog maar moeilijk van de grond.  In 1998 begon ik mijn eerste internetbedrijfje gericht op e-commerce, maar dat mislukte jammerlijk omdat de meeste mensen gewoonweg niet hun gegevens op internet wilden achterlaten. Men verschool zich nog achter de anonimiteit van ‘handles’.

De zakelijke markt groeide echter langzaam door en met die groei nam de vraag naar regulering toe omdat er zakelijke belangen op het spel kwamen te staan. Na de intrede van het sociale web groeide de markt van e-commerce explosief en in 2003 boekte het Amerikaanse Amazon.com voor het eerst winst.

Online Sales - by Forbes

Op de zakelijke markt is e-commerce nu een algemeen geaccepteerd verschijnsel. De meeste klanten denken er niet eens meer over na waar ze welke gegevens achter laten voor het doen van een bestelling. Maar ondertussen is het zakelijke belang steeds verder blijven groeien: Nieuwe technologie maakt het mogelijk om vanaf elke plek bij je gegevens te komen, met elk apparaat (BYOD). Steeds meer zakelijke netwerken zijn online toegankelijk en steeds meer industriële installaties zijn online bereikbaar. De energie netwerken, de waterleidingsnetwerken, de bediening van bruggen en sluizen, de seinpalen van de spoorwegen, alles wordt nu aan het internet gekoppeld waardoor het economische belang het niveau van individuele bedrijven ontstegen is en een veilig internet een nationale aangelegenheid is geworden.

WCIT-12

In dat licht reizen we af naar Dubai waar deze weken de WCIT-12 ontmoeting plaats vindt, maar daarover meer in een volgende artikel.